Heb je ooit iemand gekend die echt heel goed is in het geven van bewuste, betekenisvolle geschenken aan anderen? Zij zijn degenen die jou maanden geleden hoorden zeggen dat je echt van een bepaald koffiemerk hield, of dat je bij een bepaalde boetiek een prachtige smaragdgroene sjaal had gezien die je opviel. Als er weer een speciale gelegenheid is, kun je niet wachten om te zien wat ze je cadeau gaan doen, omdat je weet dat het vanuit hun hart komt.
Als we lezen over het verhaal van Kaïn en Abel in Genesis 4: 1-16, zien we hoe ze beiden een offer brachten voor de Heer, maar we zien twee verschillende reacties van God: God was blij met Abel en zijn offer, maar met Kaïn hij was niet blij.
Abel wist wat God het meest zou behagen, en hij koos het beste dat hij God kon bieden. Zijn offer demonstreerde dat hij wist wat God het meest wilde, en zijn offer weerspiegelde dat.
Kaïns offer liet zien dat er iets anders aan de hand was in zijn hart ten opzichte van God. Het maakte niet uit wat Kaïn als offer zou hebben gebracht; het probleem was niet dat God niet blij was met het aanbod. Hij heeft niet meer een dierenoffer nodig dan een offer van alles wat we op deze aarde kunnen bedenken. Hij is God! Hij is de Schepper van alles.
Maar wat God niet tevreden maakte, maar teleurgestelde, was het hart achter het offer. Het aanbod was slechts een uiterlijke weergave en indicator van wat er van binnen gebeurde met zowel Kaïn als Abels harten.
Hosea 6: 6 zegt: “Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffers!”
God is niet op zoek naar onze meest extravagante uitstalling van offergaven en opoffering. Hij houdt van gehoorzaamheid, maar als we het goede doen met het verkeerde hart, alleen om onze religieuze daden af te vinken, is dat niet wat God behaagt. Hij verlangt naar het hart achter dit alles, de reactie van het hart die Hem laat zien dat we van Hem houden en willen doen wat Hem het meest eert en behaagt.
Hij zoekt een trouw, zuiver hart dat tot Hem komt met een geest van nederigheid en berouw. Hij is op zoek naar wat echt en oprecht is, niet naar routine en rituelen; trouw, geen bepaalde manier van kijken.
Als we een hartsgesteldheid hebben die eerbiedig en nederig is, zeggen we tegen de Heer: “Het is een eer om te doen wat U het meest behaagt, omdat U alles wat ik te bieden heb waardig bent, en nog veel meer.”
We spreken Gods liefdestaal als we tot Hem komen met een mooi, trouw, puur, nederig hart. Dat is wat God behaagt.