Beter dan het beste van ons

Vrienden, we hebben samen een lange weg afgelegd vanaf onze eerste week in deze studie. Ik wou dat we rond de tafel konden zitten en met elkaar konden delen hoe God ons op deze bladzijden van Zijn Woord heeft ontmoet, de overwinningen die we hebben ervaren toen we ons niet langer achter het masker van perfectie verschuilden, en de bemoediging die we hebben ontvangen toen God niet ophield Zijn beloften te houden.

Op onze eerste dag samen lazen we hoe Abram te horen kreeg dat hij moest “gaan” – om het goede en comfortabele dat hij kende achter te laten, en het onbekende tegemoet te gaan, in het geloof dat God Zijn beloften zou houden. In geloof kozen Abraham en Sara ervoor te vertrouwen dat God zou doen wat Hij had gezegd te doen, zelfs in de jaren van onzekerheid en ondanks de fouten die zij maakten. Hoewel hun beslissingen niet volmaakt waren, was hun God dat altijd wel en Hij zou het altijd zijn.

We hebben gezien dat God Zijn beloften aan Abraham en Sara hield en hen zegende met een zoon, Izak. Nu zijn we bij zijn verhaal aangekomen, een verhaal dat heel erg een weerspiegeling is van wat zijn vader heeft meegemaakt. In ons tekstgedeelte van vandaag ontdekken we dat er een tweede hongersnood in het land is, maar anders dan de richtlijn die Abraham van God ontving, wordt Izak gezegd te blijven.

Misschien was Izak, die was opgegroeid met een vader die het geloof had om te “gaan” terwijl hij liever zou blijven, klaar en bereid om “ja” te zeggen tegen het volgende deel van de reis. Onderweg zijn was gemakkelijker voor hem omdat hij de trouw van zijn ouders had ervaren, en de reis naar Gods beloofde land was alles wat hij ooit had meegemaakt.

Maar blijven? Terwijl Abrahams geloof groeide in het ‘gaan’, wist God dat de groei van Izaks geloof gevonden zou worden in het ‘wachten’.

Waar Abram werd gezegd om te ‘gaan’, wordt Izak gezegd om te ‘blijven’. Dit is een spanning waar ik nog steeds mee worstel in mijn geloof en in mijn leven. Er zijn seizoenen geweest waarin God me uit mijn comfortzone heeft geroepen, me heeft gevraagd iets goeds los te laten om ruimte te maken voor iets beters, maar mijn angst heeft me tegengehouden. De ‘wat als’-vragen begonnen door mijn hoofd te spoken, de lijst met redenen waarom iemand anders een betere keuze zou zijn – alle fouten recapitulerend die ik heb gemaakt en de twijfels die ik heb gehad.

In andere seizoenen merkte ik dat ik gepassioneerd en enthousiast was om iets nieuws te doen. Ik wet het: als ik gewoon zou gaan, doen, bouwen, creëren, overtuigen of iets regelen, zouden die deuren opengaan en zouden de kansen die ik zo graag wilde, zichtbaar worden. Als God op mijn hart legt te blijven staan, op Hem te wachten, geduldig te zijn en geloof te hebben, terwijl Hij het werk doet in plaats van mijn eigen agenda naar voren te schuiven, voel ik me gefrustreerd. De ‘kon ik maar…’-ideeën beginnen door mijn hoofd te spoken en proberen me ervan te overtuigen dat mijn timing en talent goed genoeg zijn om het voor elkaar te krijgen.

In beide ervaringen is God genadig en barmhartig geweest: Hij loopt met me mee als ik op weg ga, en blijft naast me terwijl ik wacht.

Op wat voor gebied vraagt ​​God je vandaag om op Hem te wachten? Wat heb je naar voren geschoven, waar heb je naar gestreefd, of probeerde je te laten gebeuren op je eigen tijd, terwijl God nog niet vond dat je klaar was om het te ervaren? Laat het zo zijn dat je ervoor kiest om vandaag dicht naast onze volmaakte God te leven, zelfs met onvolmaakt geloof, vertrouwend en gelovend dat Zijn plannen, Zijn timing en Zijn liefde voor jou beter zijn dan het beste van ons ooit zou kunnen zijn.

 

 

Week 6 Uitdaging:

Maak eens een lijst van alle dingen waarin God jou heeft gezegend. Zorg ervoor dat je zowel geestelijke als materiële, fysieke en relationele zegeningen meetelt. Zijn trouw in het verleden is een blauwdruk en een belofte voor Zijn trouw in de toekomst. Hou vandaag bij waarin God trouw is en gebruik deze lijst om je daaraan te herinneren op de momenten dat het moeilijk voelt om Hem te vertrouwen.