Het getuigenis

Toen ik Israël bezocht, was de rivier de Jordaan een van de belangrijkste plekken waaraan we tijdens onze reis een bezoek hebben gebracht.  Het leek in de verste verte niet op wat ik mij ervan had voorgesteld. Als ik aan de Jordaan dacht, zag ik altijd een weelderige oever voor mij, met groene bomen en veel gras. Ik dacht dat ik een geweldige rivier zou zien, helder en snelstromend, vol leven en schoonheid.

Ik zag heel iets anders.

De Jordaan was smal – althans op de plek die wij bezochten – en op de oever stond een grote tribune die doorliep tot in het water, en het water zelf was troebel en vies. Als we tot onze enkels in het water stonden, konden we onze tenen al niet meer zien. Die tribune was gebouwd voor al die hordes toeristen die komen kijken naar die plek in de Jordaan waarvan men aanneemt dat Jezus daar door Johannes is gedoopt.

Maar ook al was hetgeen ik zag totaal anders dan wat ik mij had voorgesteld, ik was toch tot tranen geroerd. Jezus, de Zoon van God, de Redder van de wereld, werd gedoopt op een onooglijk, doodgewoon plekje in de rivier. Hij begon Zijn dienstwerk op een doodgewoon alledaags plekje. Ik raakte diep onder de indruk van Zijn nederigheid. Als Zoon van God had Hij alle pracht en praal kunnen opeisen om Zijn aanwezigheid wereldkundig te maken. Maar Hij koos een onaanzienlijk plekje in een rivier. 

Dit was het begin van Jezus’ dienstwerk. Nadat Jezus was gedoopt in het water van de Jordaan daalde de Heilige Geest op Hem neer in de gedaante van een duif. (Lukas 3 :21) En er kwam een stem uit de hemel, die zei: ”U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen” (Lukas 3:22)

Door deze hemelse zalving liet God aan degenen die bij Jezus waren, weten wie Hij was. Johannes de Doper getuigde van Jezus en zei: “En ik heb gezien en getuigd dat Hij de Zoon van God is”. (Johannes1:34) Deze gebeurtenis betekende het begin van Jezus’ dienstwerk op aarde. Nadat Hij gedoopt was, verkondigde Jezus het komende Koninkrijk van God, Hij genas de zieken en riep Zijn discipelen.

In het dienstwerk van Jezus komt nog een andere onooglijke plek voor: de plaats waar Hij werd gekruisigd. De plaats waarvan men aanneemt dat Jezus daar gekruisigd werd, bevindt zich tegenwoordig binnen de stadmuren van Jeruzalem, maar in de tijd van Jezus’ leven op aarde was het een kleine steengroeve, net buiten de stadspoort. Er was niets moois of bijzonders aan. Het was de plek waar de Romeinse overheid boosdoeners genadeloos vernederde en ter dood bracht. Bepaald geen plek om een koning te begraven. Maar de plaats waar Jezus werd gekruisigd doet niets af aan de betekenis van die gebeurtenis.  Zijn bloed werd vergoten op een onaanzienlijke plek bij Jeruzalem, maar de omvang van Zijn offer veranderde alles. Jezus, Die zonder zonde geleefd had, stierf om voor de zonden van allen te betalen.

Omdat Jezus God is, is Zijn offer voor ons toereikend tot in eeuwigheid. Omdat Jezus eeuwig is, bedekt Zijn offer de eeuwige schuld die wij hadden door onze zonden. Omdat Jezus mens is, kon Hij onze plaats innemen. God kan niet sterven, maar door mens te worden, kon Jezus de dood sterven die wij allen hadden verdiend. 

In 1 Johannes 5:5-12 bevestigt Johannes dit getuigenis over Jezus: Jezus is de Zoon van God en de enige weg tot het eeuwige leven is door Hem. Johannes keert zich in deze brief tegen valse leringen die de kerk waren binnengedrongen. Sommigen zeiden dat Jezus niet volkomen God was: dat Jezus een mens was die door God was uitgekozen als Zijn boodschapper. Sommigen zeiden dat Jezus niet volkomen mens was: dat Jezus God was en niet volkomen mens was geworden.

De godheid van Jezus en Zijn menszijn kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Hij is de Zoon van God. Hij is volkomen God; Hij is niet een onderdeel van God of een “tweede in rang”.

Jezus is God.  Jezus is volkomen mens. Hij is een Joodse man; Hij heeft leren lopen, praten en eten. Hij was kind, adolescent en volwassene. Zonder Zijn volkomen godheid zou Zijn getuigenis over Zichzelf een leugen zijn. Zonder Zijn volkomen menszijn had Hij niet in onze plaats kunnen sterven.

Dit is de boodschap van Johannes in 1 Johannes 5:5-12. Johannes verklaart dat Jezus helemaal was Wie Hij zei dat Hij was: De Zoon van God. Jezus is volkomen mens en volkomen God. Johannes verklaart hoe het getuigenis over Jezus bevestigd wordt door Zijn doop (het water) door Zijn dood (het bloed) en door de Heilige Geest. Deze drie geven ons een onwrikbaar getuigenis van wie Jezus is: De Zoon van God die eeuwig leven heeft.

“En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon niet heeft, heeft het leven niet.

(1 Johannes 5:11-12)

Dit is het getuigenis: Jezus is de Zoon van God. Zonder Jezus hebben wij geen eeuwig leven. 

Hoewel de eenheid van God en mens in Christus geen gemakkelijk te bevatten begrip is, mogen we rust vinden in de zekerheid dat wij, met Jezus, het eeuwige leven hebben.

Op Zijn getuigenis durven wij ons leven in te zetten en Zijn getuigenis blijft altijd waar. 

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente