Er was een periode in het Oude Testament, waarin een langverwachte belofte – de belofte van een Redder, van een toekomstige verlossing – leek te zijn weggezakt en vergeten. Er was stilte, een zwijgen van de hemel gedurende 400 jaar.
400 jaar lang kwam er geen nieuw profetisch woord van God aan Zijn volk over de verlossing die Hij had beloofd. Hoe zou die eruit zien? Wanneer zouden zij zien dat deze woorden, deze hoop, in vervulling zou gaan?
Het leven ging door, generaties kwamen en gingen, en ik kan me voorstellen dat er mensen waren die zich afvroegen of God misschien Zijn belofte was vergeten. Of hadden zij misschien verkeerde dingen gedaan? Wanneer zouden ze die belofte eindelijk in vervulling zien gaan? God heeft nooit vergeten wat Hij gezegd had over de hoop en de redding die Hij voor alle mensen zou brengen. Hij zag vanaf het begin het einde en Hij werkte toe naar de vervulling van Zijn belofte.
En toen, op een schijnbaar heel normale dag, en via heel gewone mensen, kwam het beloofde eraan. Een engel bracht een bezoek aan een jong meisje dat Maria heette en kondigde aan dat de belofte die God honderden jaren geleden had uitgesproken, nu in vervulling zou gaan. God ging mensen op hun plek zetten en bracht omstandigheden in beweging en toonde zodoende dat Zijn Woord volledig in vervulling zou gaan, precies zoals Hij het had beloofd.
Maria bracht de Beloofde ter wereld, en gaf Hem de naam Jezus. In de nacht dat Jezus werd geboren, zond God een engel naar een groepje herders in het veld, en vulde de hemel boven hen met Zijn stralende heerlijkheid, terwijl er een geweldige, wonderlijke boodschap werd verkondigd zoals de wereld nog nooit had gehoord – het goede nieuws dat aan heel het volk grote blijdschap zou brengen:
“Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u … de Zaligmaker geboren is …” – Lukas 2:10-11
Wat het zo bijzonder mooi maakt: toen God deze keer tot Zijn volk sprak, bracht Hij Zijn goede nieuws aan heel gewone mensen. Deze keer kwam de belofte niet via een profeet of een prediker, maar via een jong meisje. En het werd verkondigd aan eenvoudige herders. Hij doorbrak elke barrière, elk vooroordeel, elke grens, elke beperking. Hij sprak tot de herders, en zo zou Hij ieder mens aanspreken, die op zekere dag te horen zou krijgen: Luister goed. Deze boodschap is voor jou. Hij maakte duidelijk dat het goede nieuws van de verlossing was gekomen: Jezus, de Heiland van de wereld, was geboren, en dat goede nieuws was voor heel het volk bestemd.
Met de komst van Jezus vervulde God de verbondsbelofte die Hij honderden jaren eerder had gedaan. Dat was de manier waarop een lang verwachte belofte in vervulling ging. Een Zaligmaker, Jezus, die Christus, de HEER is, werd geboren om ons te redden van onze zonden, om hoop te brengen, om de dingen recht te zetten tussen God en mensen.
Ik ben benieuwd of God ook tot jouw hart beloften heeft uitgesproken, waarvan jij je hebt afgevraagd of je ze ooit in vervulling zou zien gaan. Misschien lijkt het zo stil, alsof God het vergeten is. God doet nooit een belofte die Hij niet zou nakomen. Hier kunnen we zeker van zijn: God is de Houder van Zijn beloften. Hij zal elke belofte nakomen, ieder woord, elk verbond dat Hij gesloten heeft.
En toch: nu, in deze tijd waarin wij leven, moet het beste nog komen. Er is nóg een belofte die vervuld moet worden. Wij blijven in hoopvolle verwachting uitkijken naar de dag dat Jezus, onze Verlosser, de Koning der Koningen, de Heer der Heren, zal terugkomen en Zijn laatste belofte zal vervullen.
Heer Jezus, wij verwachten U. “Amen. Ja, kom, HEERE Jezus!”