De derde dag

We komen aan bij de derde dag van Gods geweldige scheppingswerk. De wereld was nog niet klaar voor de mens om erin te leven. Er was lucht en er was licht, maar er was geen land en dus beval God het water om zich te scheiden van het land en het gehoorzaamde Zijn stem.

Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten,
die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen.
U had hem met de watervloed als met een gewaad bedekt,
Het water stond tot boven de bergen.
Door Uw bestraffing vluchtten ze,
ze haastten zich weg voor het geluid van Uw donder.
De bergen rezen op,
de dalen daalden neer
op de plaats die U ervoor bestemd had.
U hebt een grens gesteld, die ze niet zullen overgaan,
ze zullen de aarde nooit meer bedekken.
– Psalm 104:5-9

God heeft die wateren omgrensd zodat ze zouden blijven waar Hij ze had geplaatst. Hij maakte de zeeën, meren, rivieren, plassen en oceanen. Elke watervorm was onverstoord, omdat er nog niks in leefde. God was nauwgezet het fundament aan het leggen voor Zijn meest meesterlijke schepsel, de mens.

Soms betrap ik mezelf erop dat ik denk dat de hof van Eden het enige land was dat bestond, maar toen God het land maakte, maakte Hij alle continenten en landen; Hij formeerde de woestijnen en de bossen, de moerassen en de bergen. Hij vulde de aarde met schatten zoals goud, zilver, robijnen, saffieren, smaragden en diamanten. Alles was gemaakt voor de mens om te ontdekken.

Daarna voegde God vegetatie toe aan dit land. Hij kleurde het land in met verscheidene groentinten: Hij schiep gras, bosjes en bomen. God voegde pennenstreken van kleur toe door planten en bloemen

Maar God kleurde Zijn land niet alleen in voor de schoonheid ervan; het had ook nut. Dit land zou de schepselen voeden die Hij daar zou plaatsen en de mensen zouden zich er thuis voelen. God is gul: Hij maakte niet één, maar honderden soorten fruit en groente voor Zijn schepselen om te vinden, te eten en ervan te genieten.

Aan het einde van deze derde dag waren er nog steeds geen dieren of mensen. Het enige geluid dat er te horen zou zijn geweest, kwam van de golven die op de kust spatten en van de wind die door de bomen blies. Ondanks dat er geen stemmen opstegen in aanbidding, was er aanbidding die voortkwam uit Gods creatie.

Laat de hemel zich verblijden en de aarde zich verheugen,
laat de zee bulderen met al wat ze bevat.
Laat het geld van vreugde opspringen met al wat erin is;
dan zullen al de bomen van het woud vrolijk zingen.
– Psalm 96:11-12

Verwonder je over de schoonheid die in de natuur te vinden is. Laat het je ogen omhoog richten naar de hemel en aanbid de Ene Die alle dingen gemaakt heeft. God zag dat het goed was. Hij had het gemaakt en Hij vond het geweldig. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de derde dag.

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente