Romeinen 8:1-11 is één van mijn meest geliefde teksten in de Bijbel. Elke dag weer moet ik eraan herinnerd worden dat “…er nu geen verdoemenis is voor hen die in Christus Jezus zijn”, maar ook aan de woorden dat “de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont.”
Het is nodig dat ik hier telkens aan word herinnerd, omdat het vaker voorkomt dan mij lief is, dat ik mij zwak en gebroken en machteloos voel. Ik heb vaak dagen dat ik mij niet opgewassen voel tegen de taak die op me wacht, doordat ik voortdurend terugdenk aan alle vorige mislukkingen en mij afvraag of het deze keer anders zal gaan. Ik heb vaak dagen waarop ik mezelf echt moet voorhouden dat dezelfde kracht die Jezus uit de doden heeft opgewekt, mij uit mijn bed kan laten opstaan. Er zijn dagen waarop er een wonder nodig lijkt om mij met mijn voeten op de grond te laten belanden voordat de dagelijkse stress in mijn hoofd begint rond te tollen. Fouten uit het verleden en gemiste kansen dringen zich op in mijn hoofd en in mijn hart. Maar als ik die negatieve gedachten te lijf ga met Romeinen 8:1, dan komt mijn hart tot rust en ik dank God voor Zijn Woord, terwijl ik de deur uit stap met mijn meiden in mijn kielzog.
Deze verzen houden mij voor dat ik, als ik aan het werk ben, de kracht van de Heilige Geest zo dringend nodig heb om tot eer van Zijn naam te leven en niet voor mijzelf. Ik heb de nabijheid van Jezus zo hard nodig, want vaak gebeurt het dat ik ongemerkt verleid word door de aantrekkingskracht van de wereld. Ik ben heel gemakkelijk te verleiden om iets te willen hebben wat ik niet nodig heb, om iets wat ik niet heb te begeren, of om iemand anders te willen zijn dan de vrouw zoals God mij gemaakt heeft. Mijn hart dwaalt af, en ik moet het elke dag opnieuw richten op wat werkelijk waar is: op Jezus, mijn uitgangspunt, mijn thuisbasis.
Op kwade, maar ook op goede dagen neem ik mijn toevlucht tot deze teksten, omdat ik daarin zie hoeveel God van mij houdt. In plaats van het oordeel dat ik verdiend heb, geeft God mij genade. Ik hoef niets te vrezen als ik bij mijn Hemelse Vader kom, want ik weet dat Hij niet veroordelend, maar met liefdevolle ogen naar mij kijkt. Door het geweldige werk, door Jezus op het kruis gedaan voor mijn zonden, zal ik nooit voor mijn zonden veroordeeld worden. Gevolgen zullen er wel zijn, zeker, maar geen veroordeling. Jezus heeft volkomen betaald voor mijn zonden uit het verleden, in het heden en in de toekomst. Omdat dat waar is, kan ik naar God toe vluchten om hulp en vergeving te ontvangen, in plaats van schuldig en beschaamd van Hem weg te vluchten.
Romeinen 8:10-11 houdt mij voor dat ik geen kracht bijeen moet rapen vanuit mijzelf. Ik heb de kracht van Jezus die in mij woont. Zijn kracht woont in mij en jou. Wat een geweldige gedachte!
Dezelfde kracht die Jezus uit de dood heeft opgewekt, stelt mij in staat om Zijn wil te doen. Die gedachte geeft mij kracht. Zowel op mijn beste als mijn slechtste dagen ben ik niet alleen; Jezus is altijd bij mij. Wat ik ook tegenkom in het leven, Hij gaat mij voor.
“Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.” – 1 Petrus 1:3
Heb God hartelijk lief,
Uitdaging week 4: Romeinen 8:38-39 belooft ons dat niets ons kan scheiden van de liefde van God in Christus Jezus. Wat kan jij doen om die waarheid deze week in gedachten te houden? En hoe kan jij anderen daarmee bemoedigen?
