Jaren geleden zei mijn vader iets tegen mij dat mij heel mijn leven is bijgebleven. Hij zei:
“Voordat de nacht om is, kan het anders zijn. Moed houden, je hebt nog een heel leven voor je. “
Het klinkt simpel, maar ik wist dat hij dat niet zomaar zei als een cliché. Dat wist ik, omdat ik jarenlang mijn vader en moeder samen had zien bidden voor alle dingen: aan tafel voor het eten, voor mij en mijn broers, voor financiële noden, voor bescherming als we op reis gingen, voor vrienden en familie die het moeilijk hadden, voor gezondheidsproblemen, enzovoort.
Toen hij zei: “Na een nacht kan het anders zijn”, wist ik dat hij daarmee niet suggereerde dat wij nooit door moeilijke tijden zouden gaan, maar het was bedoeld om in gedachte te houden dat God altijd met ons leven bezig is, in goede en in slechte tijden, en dat wij erop kunnen vertrouwen dat Hij ons door die periode van nachtelijk duister heen zal leiden.
Daarom houd ik zo van Handelingen 12. Petrus was gevangengenomen en ging een onterechte veroordeling tegemoet. Maar er was iets voor hem aan het werk – het gebed van vrienden, van medegelovigen die wisten dat bidden voor zijn veiligheid en zijn vrijlating een verschil zou maken.
Op die plaats en op dat moment van duisternis en afzondering en eenzaamheid had Petrus alle reden om de hoop op te geven en te menen dat zijn verhaal een onvoorstelbaar hopeloze wending had genomen. God scheen met Zijn licht in die donkere kerker. Om middernacht werd Petrus gewekt door een engel van de Heer, die hem zei dat hij moest opstaan, zich moest aankleden en een zwaarbewaakte gevangenis uit moest wandelen. Hij dacht maar steeds dat het een droom moest zijn. Het ging veel te gemakkelijk. Dit soort dingen gebeurt nou eenmaal niet.
Maar wat voor Petrus gold, geldt vandaag ook nog steeds voor ons: er is niets wat God niet kan doen. Zijn Woord, Zijn plan en Zijn doel met ons leven kan niet tegengehouden worden – geen mens, geen pandemie, en geen tegenslag kan Hem weerhouden om Zijn bedoeling in en door ons uit te voeren.
Als wij leven in de hoop en het vertrouwen dat God groter is dan onze omstandigheden, en dat het verschil maakt als wij bidden, dan geven we in ons hart ruimte aan ons geloof om te groeien en we gunnen Zijn Woord de tijd om in ons leven werkzaam te zijn en werkelijkheid te worden. Onze hoop gaat niet alleen om ons eigen belang, maar betreft ook de andere mensen die in ons verhaal voorkomen; ook zij moeten horen hoe God Zijn trouw bewijst.
Misschien zijn we maar twee nachten slapen verwijderd van wonderlijke antwoorden op onze gebeden, niet alleen ten behoeve van onszelf, maar ook ten behoeve van anderen en voor de glorie van Zijn Naam. Ook al weten we niet altijd wat we moeten doen, we kunnen wel bidden. Jakobus 5:16 houdt ons voor: Een krachtig gebed van eenrechtvaardige brengt veel tot stand.
Geef niet op. Blijf bidden voor je gezin en je geliefden. Het verhaal dat God aan het schrijven is over jouw leven en jouw gezin en jouw toekomst, dat is nog niet af. Misschien is Hij in het nachtelijk duister bezig aan Zijn antwoord voor jou.
God kan dingen die als kwaad tegen ons bedoeld waren gebruiken en ons er op een zodanige manier doorheen helpen dat anderen wel moeten zien hoe groot de macht, de goedheid en de trouw van God is, ook in de donkerste nacht.
In Handelingen 12:24 staat: “En het Woord van God verbreidde zich en nam toe”
Als wij met anderen delen hoe God ons gered heeft, hoe Hij gebeden verhoort, en hoe Hij ons in moeilijke tijden nooit in de steek laat, dan zal ons leven – waar we voor staan – getuigen van de wonderlijke macht van onze God. Het zal bij anderen hoop wekken en het geloof doen opleven in hun hart. Zo zullen we als het ware de vlam van het geloof aanblazen; hoe meer we horen over Gods trouw, hoe meer het geloof in ons hart wordt aangewakkerd en ook Zijn Woord wordt levend en persoonlijk voor ons.
Hoe zwaar we het misschien nog krijgen – doordat dingen niet doorgaan, door teleurstellingen, door moeilijkheden – dit is mijn gebed: dat we Gods Woord en Zijn beloften in ons hart laten groeien en laten toenemen en zodanig laten doorwerken, dat ons leven in al zijn getijden gaat getuigen van de macht, de goedheid en de trouw van God.
