En hij zei tegen hem: iedereen zet eerst de goede wijn voor, en wanneer men er goed van gedronken heeft, daarna de minderen; u hebt de goede wijn tot nu bewaard. – Johannes 2:10
Jezus maakte van water wijn. Wat een bijzonder moment moet dat zijn geweest op die bruiloft. Deze mensen vierden feest omdat twee mensen hun leven samen gingen beginnen. Een bruiloft in die tijd duurde wel een hele week. En tijdens die week raakt op een gegeven moment de wijn op. Wat een blamage voor de bruidegom. Hij kan zijn gasten geen wijn meer voorzetten. Maar voordat het door iedereen wordt opgemerkt is daar Maria. Die het opmerkt en naar Jezus gaat. Ze legt het probleem aan Hem voor. Ze vertrouwt Hem dat Hij het zal regelen. Ze vertelt niet wat Hij moet doen of wanneer. Ze weet alleen dat ze een heel bijzondere Zoon heeft.
Dat laat me gelijk nadenken over mijzelf. Ga ik met een probleem wat ik opmerk gelijk naar Jezus? Ik hoef Hem niet te vertellen wat Hij moet doen of wanneer Hij het op moet lossen. Ik mag het gewoon tegen Hem zeggen. ‘Heer, dit is het probleem.’ En dan tegen mijn probleem zeggen: ‘Jezus zorgt ervoor.’ Dat is niet altijd gemakkelijk. Ik ben snel geneigd zelf in oplossingen te denken en mijn brein kan soms overuren draaien om dingen geregeld te krijgen. Wat een rust geeft het als ik mijn probleem bij Jezus kan brengen en mijn probleem kan laten weten wie Jezus is!
Jezus gaat daarna van water wijn maken. Hij laat de vaten die gebruikt werden om te wassen vullen met water en daarmee maakt Hij wijn. Wijn verheugt het hart van God en mensen (Richteren 9:13) en dat Jezus wijn geeft spreekt voor mij van de vreugde die Hij wil geven. Het spreekt van het goede wat Hij voor ons heeft.
De ceremoniemeester op het feest zegt dat de bruidegom het beste voor het laatst bewaard heeft. Zo kijk ik uit naar de tijd die komt, dat ik voor altijd bij Jezus mag zijn. Daar bij Hem, dicht aan Zijn hart en niet afgeleid door alle verleidingen en bezigheden in deze huidige tijd. Maar ook nu al mag ik genieten van de vreugde en de zegen die Hij wil geven. Nu al mag de wijn die Hij mij geeft mij blij maken.
Vandaag ga ik naar buiten. Ik geniet van de lente die komt. Ik geniet van de zegen die Hij geeft en van Zijn Woord wat mij troost en bemoedigd. Ik mag wat er in de wereld gebeurt bij Jezus brengen en ik mag mijn angst en zorgen vertellen wie Jezus is. En Híj maakt mijn hart blij.
