Obstakels overwinnen

In Markus 2 staat een van mijn favoriete verslagen van wat er gebeurde toen Jezus op aarde was. Ik vind de moed van deze naamloze vrienden zo geweldig! Het waren vrienden in geloof en hun geloof was in Jezus. Jezus was in Kapernaüm; dit kan worden beschouwd als Zijn thuis, omdat Hij er tijdens Zijn bediening geregeld naar terugkeerde. Kapernaüm ligt ongeveer dertig kilometer van Nazareth, beide steden liggen in Galilea. 

In Markus, hoofdstuk 1 geeft Jezus les in de synagoge in Kapernaüm en terwijl Hij onderwijs geeft, geneest Hij een man met een kwade geest. “En zij waren allen verbaasd, zodat zij elkaar vroegen: Wat is dit? Wat voor een nieuwe leer is dit, dat Hij ook de onreine geesten met gezag bevel geeft en zij Hem gehoorzaam zijn?” (Markus 1:27).

Na Zijn onderwijs in de synagoge ging Jezus naar het huis van Andreas en Petrus en genas Hij de schoonmoeder van Petrus. In vers 32-34 staat: “Toen het nu avond geworden was en de zon onderging, brachten ze bij Hem allen die er slecht aan toe waren, en hen die door demonen bezeten waren. En heel de stad had zich verzameld bij de deur. En Hij genas er velen, die er door allerlei ziekten slecht aan toe waren, en dreef veel demonen uit.”

Toen de mensen hoorden dat Jezus weer in de stad was, kwam er een grote menigte bijeen. Het evangelie van Lukas vertelt hoe de Farizeeërs en wetonderwijzers uit elk dorpje van Galilea, Judea en Jeruzalem aanwezig waren (zie Lukas 5:17). Er was geen ruimte in het huis of bij de deur. Iedereen luisterde naar het onderwijs van Jezus.

In deze opeengepakte situatie kwam er een groep vrienden aan en vier ervan droegen een man die gehandicapt was en niet kon lopen. Ze konden niet bij Jezus komen. Ik vind het geweldig hoe ze hun probleem oplosten door het platte dak op te gaan (gewoonlijk was er buiten een trap) en enkele dakpannen weg te halen (zie Lukas 5:19), zodat ze hun vriend precies voor Jezus konden laten zakken.

Ze wisten niet hoe Jezus zou gaan reageren, maar ze hadden geloof; hun vriend bij Jezus brengen was wat zij moesten doen. En ze hadden gelijk. Jezus zag hun geloof en reageerde. Hij richtte Zich op de grootste behoefte van deze man – zijn zonden werden vergeven.

Als ik één van die vrienden was geweest, zou ik teleurgesteld zijn geweest dat mijn vriend niet lichamelijk werd genezen. Maar dit was precies waarom Jezus naar de aarde kwam – om een manier te bieden waarop zondaars, zoals wij, vergeven konden worden. Jezus genas de man vervolgens ook lichamelijk, om te bewijzen dat Hij autoriteit heeft om zonden te vergeven. Dit verhaal herinnert ons eraan dat we ons vaak zo druk kunnen maken over tijdelijke dingen, dat we het zicht verliezen op wat eeuwigheidswaarde heeft.

Denk eens na over de vrienden en familie in jouw leven, degenen die Jezus nog niet kennen. Vaak denken we: hoe geweldig zou het zijn als er iemand zou zijn om hen bij Christus te brengen. God heeft jou echter in hun leven geplaatst om een onderdeel te zijn van hun reis naar Hem!

Ten eerste moeten we voor hen bidden. Ook zijn er veel gelegenheden waarop je in het dagelijks leven over God kunt delen. Misschien kun je delen hoe God jouw leven getransformeerd heeft of wat Hij jou leert. Misschien kun je je momenten van falen delen en reflecteren op Gods genade. Je kunt vragen stellen over wat zij geloven of vragen beantwoorden die zij over het christendom hebben. Je moet niet elk gesprek zo draaien dat het altijd over God gaat, maar het zou ook niet zo moeten zijn dat geen enkel gesprek over Hem gaat!

Er zullen zich ook gelegenheden voordoen om jouw liefde op een praktische manier te laten zien, net zoals deze vrienden hun vriend bij Jezus brachten, zodat de liefde die God uitstort in jouw leven naar andere mensen overstroomt. Doe zoals in Kolossenzen 4:5-6 staat: “Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.”

Hoe zit het met jouw relaties met andere christenen? Ben jij bereid hen bij Jezus te brengen? Met sommige christelijke vrienden en familieleden kunnen we het overal over te hebben, zolang het maar niet over iets wezenlijks gaat! Ik ben zo dankbaar voor vrienden die niet alleen voor mij bidden, maar met wie ik over God kan praten. Het is zo bemoedigend, omdat onze tijd samen een weerspiegeling is van Spreuken 27, waar staat: “IJzer scherpt men met ijzer, zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste.” Ook bega ik zondes en voel ik me gezegend met vrienden die zoveel om mij geven dat ze me mijn zonde liefdevol aanwijzen en me helpen om het te overwinnen door me terug te brengen bij Jezus. 

Ik houd ervan om met andere christenen over God te praten vanwege de genade die Hij rijkelijk over mij uitgestort heeft. Ik geniet ervan om te praten over wat we geleerd hebben in de Bijbelstudiegroep, bijvoorbeeld één op één of tijdens de koffie op zondag na de dienst. Dat ik getrouwd ben met de voorganger van onze plaatselijke kerk maakt dat laatste echter wel een extra uitdaging! We worden opgeroepen om elkaar te bemoedigen: “Bouw de één de ander op” (1 Thessalonicenzen 5:11). Doe zoals het in Kolossenzen 3:16 staat: “Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart.”

Ik daag jou en mezelf uit om over het volgende na te denken: ben jij een vrouw van God die ernaar streeft om elke moeilijkheid te overwinnen, om jouw vrienden en familie naar Jezus te brengen, in de wetenschap dat het de enige plek is waar zij kunnen vinden wat zij werkelijk nodig hebben?