‘God geeft niet op!’

“Gemeenschap met God”

Moet ík schrijven over ‘gemeenschap met God’? Als er iemand is die daar meer naar verlangt en het tegelijkertijd zo lastig vind om de tijd echt vrij te maken daarvoor, dan ben ik het wel. In het verlangen naar meer van God, een intiemer leven met Hem, daarin zit ook de grootste worsteling. De worsteling van alledag om stil te zijn. Om geen to-do’s af te werken, het huis op te ruimen, afleiding te zoeken… en dan is de dag haast alweer voorbij. Ons brein staat tegenwoordig altijd ‘aan’, op zoek naar een kick, dopamine en bezigheden. Het wordt steeds lastiger voor ons in deze snelle wereld om die stille wandel met God te zoeken en te vinden. Herken je dat?

Tijdens deze studie denken we na over het thema ‘Niet alleen’. Misschien kan het wel eens voelen alsof eenzaamheid in deze tijd heel hevig speelt en dat het vroeger misschien allemaal veel beter was. Maar in de Bijbel zien we het ook steeds opnieuw dat mensen zich verwijderen van God en van elkaar en dat Hij Zijn mensen telkens eraan herinnert dat ze niet alleen zijn. Dat Hij erbij is. Na de zondeval is het eerste dat Adam en Eva doen zich verstoppen. Er is scheiding gekomen tussen hen en God. Maar ook in hun relatie met elkaar ontstaat verwijdering en schaamte. En sinds dat moment is het een terugkerend thema in het verhaal van God en mensen. Hij zet een stap in onze richting en wij keren ons weer van Hem af. Dan zet Hij weer een stap in onze richting, en wij draaien ons weer om. De mens kiest voor een leven alleen, in verwijdering van God en ook in verwijdering van de mensen om ons heen. Al vanaf Kaïn en Abel zien we rivaliteit, afgunst en afstand tussen mensen. 

Gelukkig geeft God niet op! Hij werkt in de tuin van Eden al aan verbinding met Zijn mensen. Voor de zondeval zegt Hij: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is.’ Hij geeft de mensen aan elkaar om samen van het leven en de overvloed te genieten die Hij geeft. En elke avond wandelt Hij met hen in die overvloed en het volle leven. Dat is Zijn inzet en daar blijft Hij mee doorgaan. Hij wandelt met Henoch. Hij zoekt Noach op en geeft hem een nieuwe kans. Hij spreekt met Abraham en later met Mozes als een vriend. 

Hij blijft tegen Zijn volk herhalen dat Hij met hen is, dat Hij hen omgeeft en voor hen zorgt. 

Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de HEERE, uw God, Die met u meegaat. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. (Deuteronomium 31:6)

Maar telkens opnieuw dwalen de mensen af en doen dat wat ze zelf willen en wandelen bij Hem vandaan. Toch geeft Hij niet op.

Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. (Jesaja 41:13)

Ten slotte komt Hij onder ons wandelen. Als Immanuël wandelt Hij onder ons. Jezus zocht de mensen op en liet de mensen die aan de rand van de maatschappij stonden en worstelden met eenzaamheid, weten dat Hij hen zag en hen kende. 

En toen Hij was heengegaan naar de Vader gaf Hij de Heilige Geest om ín ons te wonen. Om nog intiemer met ons te kunnen wandelen dan ooit tevoren. Wat op die pinksterdag gebeurde is echt ongelooflijk bijzonder. Sinds die dag hebben wij ongehinderde toegang tot Gods aanwezigheid en kracht in ons. 

​​Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. (Johannes 14:23; cursief zelf toegevoegd)

Hoe kan het dan dat het nog steeds lastig kan zijn om in gemeenschap met Hem te leven? Om die nabijheid van Zijn aanwezigheid te ervaren elke dag? 

Dan kom ik weer terug bij waar ik mee begon. In de tijd tussen deze paragraaf en de vorige gebeurde precies wat ik eerder beschreef. Er wil een kind naar binnen, een ander kind doet iets wat niet mag, ik bedenk me ineens dat ik een appje wil sturen en zie dat ik nog een mail moet beantwoorden. Dan moet ik even plassen en daarna wil ik nog wat eten. Terwijl ik weer ga zitten om verder te schrijven vertelt kind één dat ze zich verveelt en of ik iets met haar wil doen. Zodra we God willen ontmoeten en met Hem willen spreken, komt er altijd iets in ons op of gebeurt er iets in onze omgeving waar we wat mee moeten en wat ons afleidt van Hem. Of we krijgen last van beperkende overtuigingen zoals ‘wie ben ik dat God tegen mij wil spreken?’, ‘het lukt mij toch nooit om Gods stem te verstaan’ of ‘ik kan pas stil zijn als ik alles af heb’. Wat houdt jou tegen om in stilte te zijn en Gods aanwezigheid te ervaren en naar Zijn stem te luisteren? 

Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. (Johannes 15:5; vetgedrukt zelf toegevoegd) 

Om in gemeenschap met God te leven mag ik elke dag bewust de beweging richting God maken, om in Hem te blijven en in verbinding met Hem te blijven. Dat lukt niet elke dag even goed, maar elke dag opnieuw is een nieuwe kans om Hem te zoeken en in verbinding met Hem te zijn. Om net als Henoch met God te wandelen, dat vraagt een trager tempo, afstemmen op de fluistering van de Heilige Geest en af en toe de prikkels van buitenaf te dempen. Want zonder Hem kunnen we niets doen. Stap voor stap wil Hij me laten zien wat mij verhindert om in intimiteit met Hem te wandelen en mag ik groeien in geloof en vrucht dragen. 

 

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente