Ik ben gered

In de zomer van 2018 keek ik naar het journaal en hoopte ik op goed nieuws over de ‘Wild Bears’, een junior rugbyteam in Thailand. Ze waren met hun jonge coach een aantal grotten binnengegaan om een verjaardag te vieren en werden ingesloten toen het water begon te stijgen.

Na negen dagen zoeken, dagen waarin hoop begon te vervagen, vonden duikers alle dertien teamleden levend! Dit was echter nog maar het begin. Het reddingsteam moest uit zien te vogelen hoe ze de jongens uit de grotten konden krijgen; een missie die bemoeilijkt werd door het stijgende regenwater en doordat sommige plaatsen in de grotten zo smal waren dat zelfs ervaren duikers er moeilijk bij konden. Tussen twee regenbuien door, tussen de vijftiende en zeventiende dag dat ze in de grot zaten, werden alle twaalf jongens samen met hun coach succesvol gered. Het was echt geweldig; mensen over de hele wereld vierden feest.

In de Bijbel hebben we gelezen over het grootste reddingsplan ooit ter wereld: Gods wonderbaarlijke redding van de mens, van ons. Wij zitten niet klem in een grot, maar wij zitten wel vast – tot slaaf gemaakt door de kracht van duisternis en zonde. God, Die door Zijn grote liefde voor ons gedreven werd, plande onze redding echter, met daarin inbegrepen een manier om onze schuld te betalen en ons te bevrijden. Zijn reddingsplan was duur – Hij gaf Zijn eniggeboren Zoon. Jezus leidde een perfect leven en stierf toch om onze schuld te betalen; in alle heerlijkheid stond Hij weer op; de dood was verslagen. Wij zijn gered door geloof in Christus alleen.

De jongens konden zichzelf niet bevrijden uit de grotten. Net zoals die jongens kunnen wij onszelf ook niet redden van onze zonde. We moeten allemaal erkennen dat we gered moeten worden. Als onafhankelijke mensen denken we graag dat we onze eigen problemen wel op kunnen lossen. Het kan moeilijk zijn om toe te geven dat we hulp nodig hebben.

Stel je voor dat een paar jongens in de grotten tegen de reddingswerkers hadden gezegd: ‘Ik wil niet gered worden. Ik wacht wel tot ik het zelf kan!’ Wij zouden ze voor gek verklaard hebben. En toch wijzen velen van ons Gods reddingsoffer af en denken we dat we niet gered hoeven worden of willen we het zelf doen.

Zelfs als christenen kunnen we in de verleiding komen om onze zonde toe te dekken of te herstellen, in plaats van die zonde nederig aan God te bekennen. Dit is een onderdeel van het christelijke leven dat nooit stopt. Net zoals we onze christelijke levenswandel door Gods genade aanvangen, zo wandelen we er ook in voort.

In Markus 2:17 zegt Jezus: “Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.” In de evangeliën zien wij dat Jezus, vleesgeworden God, Die eigenlijk zou moeten walgen van onze zondigheid, liefdevolle bewogenheid heeft. Hij reikt uit naar zondaars en geneest ze, onderwijst ze, eet met ze, huilt om ze en herstelt ze. Degenen die wisten dat ze zondaars waren, leken wel als vanzelf naar Jezus toe te trekken. Wij moeten dat ook doen! Door ons gehele christelijke leven moeten we onthouden dat we zondaars zijn die gered moeten worden; we moeten het uitroepen naar Christus, Die ons liefheeft.

We zijn gered van de scheiding van God en van de kracht van de duisternis. Maar dit is niet alles! We zijn gered voor het koninkrijk van de Zoon, in Wie wij bevrijd zijn en vergeven zijn! We zijn gered van de eeuwige scheiding van God die we eigenlijk verdienen en krijgen in plaats daarvan eeuwig leven met Hem! Ik vind het moeilijk om de grootsheid van deze omwisseling te vatten.

Deze redding vernieuwt ons dagelijks leven! We hebben de Heilige Geest gekregen om ons te helpen een leven te leiden dat waardig is voor de Heer. Een leven dat Hem behaagt. Een leven dat vrucht draagt. Een leven waarin we groeien in onze kennis van Hem. Een leven waarin we worden versterkt om geduldig te zijn, onwankelbaar en in volle vreugde dankbaar voor alles wat de Vader heeft gedaan! Zo perfect kunnen we nog niet leven, maar het hart van Jezus is zachtmoedig en nederig als het om ons gaat. Hij blijft ons vergeven en aanmoedigen en geeft onze ziel rust (zie Mattheüs 11:28-30).

De jongens in Thailand liepen, net als hun familie, over van dankbaarheid. Ze waren zich allemaal bewust van de gevaarlijke situatie waarin ze hadden gezeten. Hoeveel dankbaarder moeten wij God dan niet zijn; omdat Hij ons redde, ons verloste en ons eeuwig leven gaf?

Lang heb ik de HEERE verwacht,
en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
Hij beurde mij op uit een kuil vol kolkend water,
uit modderig slijk;
Hij zette mijn voeten op een rots
en maakte mijn schreden vast.
Hij legde mij een nieuw lied in de mond,
een lofzang voor onze God.
Velen zullen het zien en vrezen,
en op de HEERE vertrouwen.

(Psalm 40:2-4)

 

 

Week 2 Uitdaging:

In Christus zijn wij levend! Op welke manieren heeft God jou levend gemaakt? Ga eens na op welke manieren God jouw leven geestelijk, mentaal, emotioneel, fysiek en relationeel heeft hersteld.