Ik ben aangenomen

Ik ben opgegroeid in een gezin dat niet volmaakt, maar wel echt liefdevol was. Mijn vader en moeder hielden van elkaar en zij hielden ook vurig van mij en mijn broer. Bij al onze sportevenementen waren ze aanwezig, we aten elke avond samen en we hadden veel plezier met elkaar. Begrijp me goed, er was soms ook wel wat geharrewar en het gebruikelijke gekibbel, maar van jongs af brachten ze me bij hoe een gezond gezin eruit ziet.

Ik schrijf dit allemaal omdat ik weet dat sommigen van ons dat gevoel niet hebben meegekregen. Dan doet het pijn als je het woord “gezin” hoort, omdat het verwijst naar een plek van chaos en beschadiging, en niet naar een plek van liefde en veiligheid. Maar of je nu uit een veilig en liefdevol thuis komt of uit een gebroken gezin, Gods huisgezin – dat gezin waarin Hij ons heeft aangenomen – is veel heerlijker, veiliger en liefdevoller dan wat we ons kunnen voorstellen of wensen. Ik denk dat het belangrijk is om ons die gedachte eigen te maken voordat we ons vandaag verdiepen in Gods Woord.

Onze tekst voor vandaag zegt: “Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde” (Efeze 1:5-6).

Nu ik zelf moeder ben, heeft dit vers voor mij een bijzondere betekenis, omdat wij zowel biologische als geadopteerde kinderen hebben. En één van de vragen die onze vrienden ons nogal eens stellen is: “Zit er verschil in hoe je houdt van je biologische kinderen en van je geadopteerde kinderen?” En ik ben blij dat ik mijn vrienden in de ogen kan kijken en kan zeggen: “Absoluut niet. Mijn kinderen zijn mijn kinderen. Ze zijn op verschillende manieren in ons gezin gekomen, maar mijn liefde voor hen blijft hetzelfde.”

Om die reden – als ik zie dat God, mijn hemelse Vader, die volmaakt liefheeft, ervoor heeft gekozen om ons als zonen en dochters aan te nemen – moet ik huilen. Omdat ik weet dat mijn aardse liefde niet te vergelijken is met Zijn volmaakte liefde. En de vreugde die ik ervaar als ik zie hoe goed mijn kinderen allemaal gedijen, valt in het niet vergeleken bij de vreugde die het voor God is om ons Zijn zonen en dochters te noemen.

Lieve vrouwen, dit is goed nieuws. Wie van ons uit een gebroken gezin komt, mag hoop en blijdschap koesteren omdat God ons binnenhaalt in een heel divers, verenigd gezin, waar opofferende liefde ons samenbindt. En wie van ons uit een geweldig fijn gezin komt met liefhebbende ouders, broers en zussen, die kan ook blij zijn omdat zij een klein tipje van de sluier mochten oplichten van hoe mooi onze geestelijke familie eruit ziet. Dit is goed nieuws voor arm en rijk, gehuwden en ongehuwden, voor jong en oud – Christus is gekomen en daardoor kunnen wij zonen en dochters zijn van God de Vader in de hemel.

Dus, wat is hierop ons antwoord?

Kolossenzen 1:12-13 zegt dat wij altijd de Vader moeten danken, “Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.”

Door het werk op het kruis zijn wij gered uit de gebrokenheid en de macht van de duisternis. En waar we nu bij horen is een familie van licht en leven! Wij zijn mensen van het kruis maar ook mensen van het licht. Uit wat voor familie jij ook komt, neem vandaag de tijd om je te verheugen en de Vader te danken omdat Hij jou uit de duisternis heeft overgebracht in het licht.

Week 3 Uitdaging:

Denk deze week eens na over wat het betekent om een burgerschap in de hemel te hebben. Welke invloed heeft jouw aardse burgerschap op waar je kan wonen en werken? Welke invloed heeft dan de wetenschap dat je in Christus een eeuwig hemels burgerschap hebt op jouw leven vandaag?