Het belang van theologie

Ik ben echt een theologie-nerd. Ik heb eens op een vroege ochtend mijn kamergenoot bestookt met een relaas over Jezus’ verzoeking en de Hypostatische Eenheid, totaal niet bewust van het feit dat dit nogal zwaar op de lege maag zou liggen en ze misschien eerst zou willen ontbijten voordat we in diepgaande theologische discussies zouden verzeild zouden raken. “Maar zo zit het niet!” riep ik uit, toen zij slaperig een vaag antwoord bromde. Als het om het geloof gaat, steun ik echt op mijn kennis. Met mijn verstand voel ik mij het meest met God verbonden en wanneer ik een diepgaand boek lees of een theologische uiteenzetting schrijf op basis van gedegen onderzoek, voel ik mij het dichtst bij Hem.

Voor iemand als ik is Hebreeën een rijk boek, vol theologische uiteenzettingen die verhelderend en tegelijkertijd soms ook een beetje complex zijn. Dit gedeelte van het boek, hoofdstuk 10:19-25, wordt soms gezien als een kanttekening van praktische aard. Dit gedeelte maakt inderdaad gebruik van de zwaardere theologie die eerder al uiteengezet is – het oude en het nieuwe verbond, de betekenis van de offers en Christus’ vervulling daarvan, het belang van het priesterschap – en toont de lezer hoe deze waarheid het fundament is voor getrouw en gelovig handelen. De aanwijzingen die hier gegeven worden staan echter niet buiten de context van het geheel, maar zijn daarentegen het juiste antwoord op de diepgaande theologie.

Christus heeft een ‘nieuwe en levende weg’ voor ons bereid en wanneer wij daarin willen leven, moeten we Zijn waarheid met ons verstand kennen en tegelijkertijd door die waarheid anders gaan leven. De verzen 19-22 zijn een samenvatting van een aantal dingen dat eerder besproken is. Het offer van Christus heeft de geestelijke scheiding tussen ons en God weggedaan en daarmee heeft Christus de rol van hogepriester volmaakt vervuld, waardoor wij nu zeker mogen zijn van onze positie tegenover God. De offers van het oude verbond zouden nooit die zekerheid hebben kunnen geven.

In vers 22 vinden we het eerste wat wij moeten doen na het aannemen van deze waarheden. We moeten naderen met een waarachtig hart. Dit is echter niet zomaar een praktische aanwijzing aan het eind van een theologisch relaas, dit is wat elke goede theologie uiteindelijk teweeg moet brengen: dat ons hart leert de juiste dingen lief te hebben. We naderen tot God, niet tot een abstract idee van God, maar tot de God die Zichzelf aan ons geopenbaard heeft door Zijn verlossend optreden.

Nog twee andere dingen worden ons in dit gedeelte opgedragen: de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden (v. 23) en ‘op elkaar letten’ door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Na al die diepgaande theologie die de schrijver van Hebreeën voor ons uiteenzet om aan te tonen hoe Christus ons toegang tot God heeft gegeven, moet dit ons antwoord zijn: naderen tot God, de hoop vasthouden en op elkaar letten door elkaar te bemoedigen.

Dit gedeelte staat niet apart van de rest van het boek. Theologie is ons fundament en het is niet al die saaie concepten waar sommige mensen nog voor het ontbijt over willen bakkeleien! Wie is deze God tot Wie wij moeten naderen? Wat is deze hoop waar wij ons aan moeten vasthouden? Wat zijn de ‘goede werken’ waar we elkaar toe moeten aansporen? Waarom komen we bij elkaar en waarom zou het nalatigheid zijn om dat niet te doen? De brief aan de Hebreeën beschrijft het antwoord op deze vragen en herinnert ons eraan dat wij na het begrijpen van de inhoud ook daarnaar moeten handelen.

Sommigen van jullie zijn misschien zoals ik – de denkers – en sommigen zijn misschien meer zoals veel van mijn familie en beste vrienden – de voelers – maar wij hebben allemaal deze rijke theologie nodig die ons leven verandert. Misschien ben je op dit punt in onze studie van Hebreeën wel ontmoedigd geraakt door de complexiteit van sommige gedeeltes, of misschien ben je juist opgetogen omdat je zoveel mooie vragen en problemen mag uitvogelen. Hoe het ook zij, dit korte gedeelte is een belangrijke herinnering dat het  bestuderen van de Schrift, hoe moeizaam soms ook, het meer dan waard is – en het moet verder gaan dan het bestuderen en nadenken alleen, het moet ons leven daadwerkelijk veranderen.

Dit gedeelte van vers 19-25 is in het Grieks één lange zin. Dat is een van de vreemde eigenschappen van het oude Grieks, maar het is tevens een herinnering dat niets hiervan los van de rest gezien kan worden. Ons geloof stuurt ons handelen en ons handelen versterkt ons geloof. De waarheden die wij over God kennen veranderen de manier waarop wij tot Hem naderen. De waarheden die wij kennen over Zijn offer veranderen onze hoop te midden van de schijnbare wanhoop van deze wereld. De waarheden die wij kennen over de gemeente die Hij in Zijn goddelijke macht gevormd heeft en Zijn gemeente noemt, veranderen onze omgang met elkaar.

Uitdaging week 5:

In Hebreeën 10:24-25 worden wij aangespoord elkaar te bemoedigen, elkaar te ontmoeten en aan te vuren tot liefde en goede werken. Probeer deze week elke dag een broeder of zuster in Christus op één van deze manieren aan te sporen. Hou een dagboekje bij waarin je opschrijft op welke manier God in jouw hart, jouw leven en in de levens van je medegelovigen werkt, wanneer jullie elkaar bemoedigen en opbouwen.

Leesplan week 5:

Een tekst om uit je hoofd te leren:

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente