Je hoort vaak dat pasgeboren baby’s meer op hun vader lijken dan op hun moeder. Dit lijkt oneerlijk, gezien alles wat de moeders hebben moeten doorstaan! De tekst van vandaag schrijft de apostel Johannes aan zijn medegelovigen en hij noemt hen liefkozend ‘mijn kinderen’. Het is Johannes’ verlangen dat zij, als Gods kinderen, op hun hemelse Vader zouden lijken!
Vorige week lazen wij dat Johannes zich zorgen maakte dat deze gelovigen misleid zouden worden door valse leraren. Daarom smeekte hij hen in 1 Joh. 2:28 om in God te blijven. Johannes keek met hen vooruit naar Jezus’ heerlijke wederkomst en zag twee mogelijke uitkomsten: vrijmoedigheid bij Christus’ openbaring, of door Hem beschaamd gemaakt worden.
Bij onze bekering tot christenen zijn wij opnieuw geboren, geestelijk geboren en aangenomen als kinderen van God (zie ook Joh. 1:12-13). Wij zijn in God en Zijn zachtmoedige, vaderlijke zorg en leiding verandert ons. Johannes benadrukt dat wij er zeker van mogen zijn dat we kinderen van God zijn, omdat wij de liefde van de Vader hebben, nu en tot in eeuwigheid! Wat een heerlijke zekerheid! Johannes gaat verder door te zeggen dat er nog iets beters zal komen – wat wij zijn zullen is nog niet volledig geopenbaard. Wij zullen zijn als Christus! Deze zegeningen hebben wij niet verdiend, maar worden in genade gegeven aan allen die geloven.
Voor hen die deze overvloedige liefde van hun hemelse Vader kennen, wordt het dagelijks leven veranderd. Gods liefde vloeit over, van Hem – naar ons – en naar de mensen om ons heen. Dit zou zichtbaar moeten zijn. Omdat onze hoop voor de toekomst veilig is gesteld in God kunnen wij een rein en heilig leven leiden; rechtvaardig zijn (ons gedragen zoals het God behaagt); ons op God richten en onze medechristenen liefhebben.
De liefde die de vroege gelovigen voor elkaar hadden was een geweldig getuigenis voor de wereld om hen heen. Hoe staat het met onze liefde, onze goede daden voor al onze broeders en zusters in Christus?
Wij zijn nog niet volmaakt, dus wanneer we toch zondigen, moeten we denken aan 1 Joh. 2:1-2, dat Jezus onze Voorspraak is, en de verzoening voor onze zonden. Hoewel we nog vaak fouten maken, wordt het met wat oefening steeds makkelijker om voor God te leven. Ik heb nog nooit hardgelopen, maar in januari ben ik begonnen met een hardloopschema van negen weken waarbij je van helemaal niet hardlopen naar een rondje van 5km gaat. Hiervoor moet je drie keer per week hardlopen. De eerste week had ik er al moeite mee om een minuut achter elkaar te blijven rennen, maar dankzij training met anderen, betere schoenen en wat goede instructies is het mij toch gelukt de 5km te halen! Dit geldt ook voor ons leven als christen, waar we ons in bekwamen – zij het in rechtvaardigheid of in zonde – bepaalt hoe wij met God wandelen: we genieten van de omgang met Hem, of we proberen ons voor Hem verborgen te houden.
Ik hou zielsveel van mijn kinderen, zelfs wanneer ze iets verkeerds doen of mij kwetsen. Natuurlijk zijn er gevolgen, maar mijn liefde voor hen wankelt nooit. Wanneer het echter om God gaat, word ik geplaagd door gedachten als ‘Hoe kan God nog van mij houden als ik nog steeds worstel met deze zonde of opnieuw ben gestruikeld?’. Dit maakt dat ik mij wil terugtrekken en me voor Hem wil verbergen. Onze hemelse Vader koestert ons als innig geliefde kinderen. Wanneer wij nederig onze zonden aan Hem belijden en Hem om Zijn goedheid en genade bidden, zal Hij ons vergeven en ons veranderen.
Het gevaar bestaat dat wij 1 Joh. 3:6-9 verkeerd lezen en denken dat er staat dat wij niet Gods kinderen zijn als wij ooit zondigen. Het is waar dat Gods kinderen gekend worden door hun daden, maar Johannes licht toe dat het gaat om de verandering in ons verlangen, dat is ons verlangen naar rechtvaardigheid of ons verlangen naar zonde. Voordat wij christenen waren, werden wij er niet zo door geraakt dat wij zondig waren. Dankzij het werk van de Heilige Geest in ons, toont God ons echter in genade onze zonde, stukje bij beetje, en geeft Hij ons de kracht om een veranderd leven te leiden. We kunnen niet langer ongestoord blijven zondigen wanneer God ons onze zonde openbaart.
Daarom geeft onze hemelse Vader ons ook liefdevol Zijn instructies in de Bijbel: voor ons eigen welzijn. Net zoals mijn kinderen grenzen nodig hebben om vrij te kunnen leven, geldt dat ook voor ons als Gods kinderen. Onze volmaakte hemelse Vader die ons gemaakt heeft, weet wat het beste voor ons is, zelfs wanneer wij dat zelf niet zien. Hij ziet het gevaar wat wij niet zien. Hij zegt ons hoe wij in gemeenschap met anderen kunnen leven. Hij voert Zijn plannen uit en bereikt Zijn doel, zelfs door ons! Hoe groot is onze God!
Wij willen onze hemelse Vader toch zeker danken voor alles wat Hij zo liefdevol voor ons heeft gedaan, door een leven te leiden wat Hem behaagt en Hem weerspiegelt?
Hoeveel lijk jij op je hemelse Vader?
Uitdaging week 2:
Neem deze week wat extra tijd om de tekst uit 1 Johannes 3:19-20 uit te werken. Neem tijd voor de observatie en interpretatie van die tekst. Hoe veroordeelt ons geweten ons? Wat leer je hierover in Romeinen 8:1-4? Veranderen deze principes wat jij gelooft over genade?
Leesplan week 2:
Weekvers week 2: