Soms vraagt God iets van ons wat we niet begrijpen. Iets wat verder gaat dan logica, zekerheid of wat de mensen om ons heen denken. In zulke momenten komt het aan op vertrouwen — op luisteren naar Zijn stem, ook als de weg onbekend is. Deze week neem ik je mee in het verhaal van de aartsvaders: mannen die durfden te geloven, zelfs toen alles op losse schroeven stond.
God sprak tot Abram:
“Neem je vrouw, verlaat je woonland en je familie, en vertrek naar het land dat Ik je zal wijzen.”
Er staat niets in de Bijbel over de periode tussen het moment dat God sprak en het moment dat Abram daadwerkelijk vertrok. Wel staat er dat Ik kan mij zo goed voorstellen dat zijn familie geprobeerd heeft hem tegen te houden, dat er gesprekken, tranen en twijfels waren. En toch — Abram ging.
“Elke keer als God tot hem sprak, antwoordde Abram: “Zie, hier ben ik.”God sloot zelfs een verbond met hem terwijl hij sliep — een teken dat God Zelf Zijn belofte zou vervullen. Hij had geen kinderen, en toch bleef God hem beloven: “Ik zal je tot een groot volk maken.” God veranderde daarom Abrams naam in Abraham.”
Hij had geen kinderen, en toch bleef God hem beloven: “Ik zal je tot een groot volk maken.”
God sloot zelfs een verbond met Abram terwijl hij sliep — een teken dat God Zelf Zijn belofte zou vervullen.
Dan komt het moeilijkste moment in zijn leven. God vraagt hem om het onmogelijke:
“Abraham, geef Mij je zoon.”
De zoon waarvan God juist had gezegd dat uit hem een groot volk zou voortkomen.
Abram zegt niets tegen Sara. Hij vertrekt, met een zwaar hart, samen met Izaäk. Wat moet die tocht zwaar zijn geweest, wetende dat zijn zoon niet meer zou terugkeren.
Maar dan — op het moment dat hij zijn hand opheft om te gehoorzamen — roept een stem uit de hemel:
“Abraham, Abraham!”
En opnieuw antwoordt hij: “Zie, hier ben ik.”
Izaäk wordt niet geofferd. Samen keren ze terug naar huis.
Later zal de Messias precies op deze plek wel geofferd worden.
Izaäk trouwt met Rebekka, en zij krijgen twee zonen: Ezau, de eerstgeborene, en Jakob, de tweede.
Ezau hecht weinig waarde aan zijn eerstgeboorterecht, maar Jakob vindt het juist wel belangrijk. Voor een kom linzensoep verkoopt Ezau zijn eerstgeboorterecht aan Jakob.
Wanneer Izaäk oud is, wil hij Ezau zegenen. Maar Rebekka herinnert zich wat God had gezegd bij hun geboorte: “De oudste zal de jongste dienen.”
Ze helpt Jakob om zijn vader te misleiden, en Jakob ontvangt de zegen. Ezau wordt woedend, en Jakob vlucht — alleen, bang, op weg naar een onbekend land.
Onderweg, terwijl hij slaapt met een steen als kussen, verschijnt God aan hem. Voor het eerst spreekt God tot Jakob.
Vanaf dat moment leert Jakob op Hem te vertrouwen. God zegent hem, en verandert zijn naam in Israël.
Jakob krijgt twaalf zonen, maar Jozef is zijn lieveling. Hij laat dit duidelijk blijken door Jozef voor te trekken voor zijn andere broers. Hij geeft hem zelfs een prachtige mantel.
Jozef heeft van jongs af aan een diepe relatie met God. Hij droomt dromen over zijn broers en ouders. Deze dromen en de voorkeursbehandeling van hun vader Jacob, maken de broers van Jozef zo jaloers dat ze hem vanuit deze jaloezie verkopen als slaaf. Jakob blijft gebroken achter.
Toch is God met Jozef. Overal waar hij komt zegent God hem — en ook de mensen om hem heen.
Na vele beproevingen wordt Jozef onderkoning van Egypte. En juist door hem worden zijn broers, zijn vader en het hele volk gered. De dromen van Jozef blijken Gods plannen te zijn geweest.
‘Zo laat Jozef in zijn leven al iets zien van Jezus, de Redder van de wereld die komen zal.
Door het lezen van Genesis zie ik bij de aartsvaders steeds opnieuw dezelfde les: Gods stem verstaan.
Of het nu dag of nacht is, in vreugde of verdriet — wie luistert, wordt geleid.
God zegent de weg waarop Hij je leidt.
Misschien loopt jouw leven niet zoals je had gedacht. Misschien ga je door moeilijke tijden, voel jij je verlaten of hoor je Gods stem niet meer zo duidelijk.
Weet dan: de levens van Abraham, Izaäk, Jakob en Jozef waren ook niet eenvoudig. Maar God was bij hen. En Hij bracht Zijn beloften tot vervulling.
✨ Ik wil je bemoedigen: HOU VOL!
Laat je niet afleiden van wat God jou beloofd heeft.
Luister naar Zijn stem.
Hij heeft alles in Zijn hand — en Hij zal je leiden.
Reflectievraag:
Wanneer in jouw leven vroeg God je om te vertrouwen — ook al zag je nog geen uitkomst? En hoe heb jij Zijn leiding toen ervaren?