“Ik luister toch niet en ik doe niet wat je zegt!” Ik zat op een krukje tegenover een kleine zondaar van een paar turven hoog. Hij zat daar met zijn vuisten gebald en een koppige trek op zijn gezicht. Hij duwde de melk van zich af alsof het vergif was. Ik haalde maar eens diep adem en keek vol mededogen op hem neer.
“Ik geef je wel even tijd om erover na te denken, manneke. Oma vindt jou best lief, maar wat je nu doet is niet zo slim. Drink je melk maar op.” Ik sloeg een boek open en deed alsof ik rustig zat te lezen terwijl ik afwachtte tot hij gekalmeerd was, maar in werkelijkheid zat ik daar te bidden tot God om een extra portie van Zijn goddelijke wijsheid en genade.
Hoe vaak zou mijn hemelse Vader vanuit de hemel naar mij hebben gekeken, terwijl ik met mijn vuisten stijf dicht zat, met een hart zo hard als steen, en weigerend om Zijn geschenk van liefde en mededogen aan te nemen. Soms ben ik net zo koppig als een vierjarig kind dat zijn melk niet wil opdrinken.
Ik ben ongelooflijk dankbaar dat mijn Abba Vader bij het regeren over hemel en aarde stevig gezeten is op een genadetroon. Ik ben een zondaar die een wanhopige behoefte heeft aan een Heiland.
Wij zijn geschapen door een heilige God, die in Zijn goedheid ons tegemoet komt met groot geduld. Hij is geduldig en wil niet dat ook maar iemand verloren gaat. Maar zonde vraagt om straf. Er moet betaald worden.
God zag de wereld die Hij geschapen had en zag dat zijn prachtige meesterwerk door de zonde werd verwoest. Zijn pijn was voelbaar en Hij kon niet zomaar passief toekijken. Hij wilde ingrijpen met Zijn gerechtigheid en verlossing teweegbrengen.
Uit pure goedheid kwam God tussenbeide en zette voor ons de zaken weer recht. Door Jezus volbracht Hij datgene wat voor ons, die voor altijd aan Zijn eer tekort doen, onmogelijk was. Hij schonk ons genade.
Net als Noach vinden wij genade bij onze Hemelse Vader als wij ophouden om onze vuisten te ballen en afstand doen van onze zelfgenoegzaamheid. Als wij echt berouw hebben en ons tot Hem wenden om vergeving, dan vinden wij verlossing. Jezus is gekomen om onze losprijs te betalen en om ons volkomen te herstellen.
Gods genade gaat uit naar ieder die Zijn genade in geloof wil aannemen, maar we zullen geen verlossing vinden als we tegelijk onze eigen weg blijven kiezen.
Vandaag kunnen wij God danken omdat wij, in plaats van veroordeeld te worden, in Christus een Pleitbezorger hebben. Wij zijn volledig vrijgesproken en rechtvaardig verklaard.
We kunnen een lied van bevrijding zingen want we zijn niet langer slaven van de zonde. Jezus heeft ons gekocht met Zijn bloed en ons vrijgemaakt.
Wij mogen ons leven als een offer leggen op het altaar voor onze Heiland die alles gaf om ons te redden.
Het is door Jezus dat God vanuit de hemel ons ziet alsof wij nooit gezondigd hadden. Halleluja!
Onze barmhartige Vader verlangt ernaar ons te overladen met Zijn genade. Zijn genade is altijd groter dan onze zonde. Wij hoeven alleen maar onze handen te openen en onze harten op te heffen naar de hemel. Als wij aan Zijn voeten knielen en belijden dat wij Zijn vergeving nodig hebben, zullen we echte vrijheid vinden.