Gemaakt voor gemeenschap met de plaatselijke kerk

“Ik heb heimwee naar die warme gemeenschap…”

Deze week staat de gemeenschap met de plaatselijke kerk centraal. Waarom is het belangrijk om onderdeel te zijn van een lokale kerkgemeenschap? En hoe krijgt gemeenschap in de lokale kerk vorm? Daarover gaat het deze week. De Bijbel laat ons zien wat het inhoudt om als kerk een gemeenschap te vormen. En dat beeld is best confronterend. De teksten van deze week en Jezus’ woorden sporen ons opnieuw aan: gá op zoek naar die verbinding!

“Afgenomen kerkgang na corona” kopte een grote christelijke krant dit voorjaar. De krant deed onderzoek naar de kerkgang onder verschillende kerkstromingen en daarin tekent zich een scherpe rode lijn af: sinds corona gaan we steeds minder vaak (fysiek) naar de kerk. Als ik eerlijk naar mijn eigen kerkgang kijk, herken ik die tendens.  Sinds corona en de talloze lockdowns voel ik mij veel minder betrokken bij mijn plaatselijke kerk. Waar ik eerder veel en graag deel uitmaakte van onze gemeenschap, voel ik nu dat er door de lange periode van ‘niet gaan’ afstand is ontstaan. En dan lees ik vandaag de tekst uit Handelingen 2: 42-47; de liefde voor God en elkaar spat er vanaf! Wat een warme gemeenschap! En terwijl ik het lees voel ik iets van heimwee opkomen; ik was ooit ook onderdeel van zo’n warme liefdevolle gemeenschap!

Van een pan macaroni tot nieuwe gordijnen
Mijn gedachten schieten terug naar de periode dat ik die gemeenschap van heel dichtbij mocht ervaren: nadat een vreselijke brand ons huis compleet verwoestte. Binnen no time mobiliseerden onze gemeenteleden zich: ‘wat hebben jullie nodig?’ Er werd voor en met ons gebeden, gepraat en ook praktische hulp geboden. Hartverwarmend. Van elke avond een pan met eten, ‘want jullie hebben nu vast geen puf om te koken’ en speelgoed voor mijn toen 3-jarige zoon tot een compleet geregelde tweedehandse inboedel en nieuwe gordijnen. Elk gebaar was voor mij een lichtpuntje in een hele donkere tijd; een manier waarop God ons liet weten ‘Ik zorg voor jullie’. En hun daden bleken niet alleen een lichtpuntje, maar ook een getuigenis. Het viel onze niet-christelijke vrienden op hoe goed er voor ons gezorgd werd. Daar sprak liefde uit, gedreven door de Liefde zelf. En daar kon ik op mijn beurt weer over getuigen: “In mijn zwakheid wordt U zichtbaar” (naar 2 Korintiërs 12).

Een gemeenschap zijn is hard werken
Maar zo’n warm bad, blijft niet altijd warm. Tijdens de corona-lockdowns werd het door de afstand lauw en zelfs koud. De ‘vurige liefde’ die Paulus zo mooi beschrijft in 1 Petrus 4 doofde. Hoe was dat voor jou? Die corona-tijd bevestigde voor mij: een gemeenschap zijn, in verbinding staan met elkaar, is hard werken, zeker als alle structuren (die ik soms zo verfoeide) wegvallen. Paulus erkent dat ook; niet voor niets roept hij de gemeente in Hebreeën 10: 24-25 op om vol te houden: “En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer, als u de grote dag ziet naderen.” Paulus drukt op ons op ons hart: blijf in verbinding met elkaar en met God! Want Paulus weet: daar komen goede vruchten uit voort. Zoals Jezus ons ook leerde: ‘Blijf in Mij, dan ga je vrucht dragen’ (Johannes 15).

Schop onder mijn kont
Dat vraagt ijver, toewijding en volharding, ook als je soms (nog) geen vruchten ziet. En precies op dat punt kan ik wel een schop onder mijn kont gebruiken. In gemeenschap zijn met de kerk is net als een echte relatie, met z’n ups en zijn downs. Maar net zoals God trouw is, mag ik, nee moet ik, ook trouw zijn. Maar waar begin ik, met de afstand die ik nu ervaar? Ook daarvoor doet Petrus een goede handreiking in de tekst van 1 Petrus 4. Ik lees: “Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren. Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.” Ik heb niet alleen de kerkgemeenschap nodig, maar zij hebben mij ook nodig. … Ik mag hen dienen met mijn genadegaven. Waar ik daarin voor de corona-tijd een beetje in doorschoot en in bijna elke commissie en groepje zat, ervaar ik dat de tijd nu weer gekomen is om mijzelf actiever op te stellen. Om te beginnen door me vanavond voor die ene bijeenkomst niet met een slap excuus af te melden. Dank je wel Paulus, voor deze schop onder mijn kont!

Als het gaat om de gemeenschap met de plaatselijke kerk: op welk vlak kun jij wel een schop onder de kont gebruiken? Wat kan hierin een eerste stap zijn?




Deze blog is geschreven door Hagar Prins van WijzijnLume en verschijnt ook als blog op wijzijnlume.nl.
Wij zijn Lume is een beweging van licht, met vrouwen over de hele wereld.
Het verlangen is om het geloof te delen, wereldwijd!

 

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente