De roeping en gaven van het evangelie

 

Een van de doelen van het boek Handelingen is om een overzicht te geven van de verspreiding van het christelijk geloof en tegelijkertijd te dienen als getuigenis van Gods werk. Dit boek roept, net als elk ander Bijbelboek, de lezers op zich te bekeren en in Jezus te geloven.

In hoofdstuk 3 lezen we de prachtige geschiedenis van de genezing van een verlamde man door Petrus en Johannes. De mensen die hier getuige van waren, verbaasden zich over waar Petrus en Johannes toe in staat waren.

Waarom kregen Petrus en Johannes de macht om te genezen? Zodat zij de mensen konden laten zien dat zij een diepere, geestelijke genezing nodig hadden, een genezing waar geloof en bekering voor nodig was. Bedenk je eens wat de roeping en de gaven van het evangelie zijn, als Petrus zegt: “Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen voor het aangezicht van de Heere” (Handelingen 3:19).

De roeping van het geloof

Het geloof gaat vooraf aan de bekering en is tegelijkertijd de oorzaak van de bekering. Dit geloof moet wel een geloof in de juiste persoon zijn. Wanneer wij in onszelf geloven, zal ons hart niet veranderen. Wanneer wij in anderen geloven zal dat niet de gebrokenheid in ons binnenste genezen. Wanneer wij geloven in een systeem, een filosofie, een wereldbeeld of daden zal het probleem van de zonde ons blijven scheiden van God.

Ons geloof moet alleen in Jezus, de Zoon van God zijn, en in niets of niemand anders. Hij is de Enige die ons tot in het diepst van ons wezen kan herstellen, veranderen en genezen.

De verlamde man geloofde. Petrus en Johannes genazen zijn benen, maar Jezus genas zijn ziel.

“En Zijn Naam heeft deze man, die u ziet en kent, sterk gemaakt door het geloof in Zijn Naam. En het geloof dat er is door Hem heeft in aanwezigheid van u allen deze volkomen gezondheid gegeven.” (Handelingen 3:16)

De roeping tot bekering

Omdat Petrus de aandacht van alle omstanders had, maakte hij van het moment gebruik om hen op te roepen tot bekering en geloof in Jezus (v. 19).

De definitie van ‘bekering’ zoals James P. Boyce (1886) die geeft, heeft mij erg geholpen. Hij zei: “Bekering is berouw van zonden, in combinatie met een vastberadenheid om met Gods hulp niet meer te zondigen.”  Bekering is de erkenning dat we gezondigd hebben en dat wij Gods hulp nodig hebben om op Zijn wegen te wandelen, en een drijfveer voor onze vastberadenheid om tot Zijn eer te leven. De roeping tot bekering is verbonden met de gaven van het evangelie.

De gave van vergeving

Bekering leidt tot een prachtige gave, de gave van vergeving. De mensen die daar bij Petrus stonden hadden niet in de gaten hoe diep zij in de zonde en schuld verstrikt zaten. Tweeduizend jaar later kunnen ook wij de diepte van onze zonden niet volledig bevatten. Iedereen heeft vergeving nodig en het mooie van vergeving is dat het steeds opnieuw gegeven wordt. God vergeeft ons niet slechts één keer, om vervolgens van ons te verwachten dat wij perfect zijn. Nee, God vergeeft ons elke dag, elk uur.

Wij ontvangen deze vergeving door bekering, die door het geloof tot stand wordt gebracht.

De gave van verkwikking

Toen Petrus de mensen opriep om zich te bekeren en te geloven, zei hij hen dat het geloof en een bekeerd hart zouden leiden tot een tijd van verkwikking (v. 20). Willen we dit niet allemaal?

Wat is deze gave van verkwikking dan precies? Het offer van Jezus geeft ons vele gaven en één daarvan is de tijd van geestelijke verkwikking die vreugde, troost en vrede brengt. Dit is de reden waarom christenen in staat zijn om moeilijke tijden te doorstaan met tranen in hun ogen, maar vreugde in hun hart. Ze kunnen eenzaam zijn en toch troost vinden. Het leven kan stormachtig zijn, maar toch hebben zij vrede door de gave van verlossing.

Neem je verlossing niet voor lief! Belijd je zonden iedere dag en prijs de Heer voor alles wat Hij je geef

Kijkend naar Jezus,

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente