De hoeksteen

Heb jij ooit lastige vragen over je geloof gekregen? Of hebben mensen je lastige vragen gesteld, met als enige bedoeling je in de val te lokken? Het is nooit fijn om mee te maken, en toch geven zelfs deze momenten ons kansen om mensen op Jezus te wijzen.

In Markus 11 zien we als hoogtepunten Jezus triomfantelijke intocht in Jeruzalem en Zijn reiniging van de tempel. Het hoofdstuk eindigt echter met de religieuze leiders die Jezus boos uitdagen. Ze probeerden Hem al te doden (zie Markus 3: 6 en 11:18) en vragen met welke bevoegdheid Hij deze dingen doet. Jezus reageerde niet op hun vraag, maar zei in plaats daarvan dat Hij zou antwoorden als ze Zijn vraag zouden beantwoorden. Hij vroeg of de doop van Johannes uit de hemel was of uit de mensen. Hierop konden ze geen antwoord geven, dus Jezus zou hen ook niet antwoorden!

Dit is het punt waarop Markus 12 begint. Jezus sprak tot de religieuze leiders en de verzamelde menigte en gebruikte een voor hen schokkende gelijkenis. Een wijngaard werd in het Oude Testament namelijk vaak gebruikt als beeld van Israël (Psalm 80: 8; Jesaja 5: 1-7; Jeremia 2:21; Hosea 10: 1). In deze gelijkenis zien we de volgende punten:

• De eigenaar van de wijngaard is God.
• De pachters zijn de religieuze leiders van Israël – ze zouden voor vrucht moeten zorgen, maar ze zorgen alleen voor zichzelf.
• De dienstknechten zijn de profeten die God stuurde om te zoeken wat Hem rechtmatig toekomt. Het slaan en doden van de dienaren herinnert ons eraan hoe de profeten en hun boodschappen voornamelijk werden afgewezen.
• De geliefde zoon is Jezus.

Jezus sprak rechtstreeks over de situatie waarin de religieuze leiders zaten toen ze Zijn dood beraamden. Hij wist wat Hem te wachten stond (zie Marcus 8:31; 9:31 en 10: 33-34). Deze gelijkenis is een oproep aan de religieuze leiders om te kijken naar het bewijs dat Jezus de beloofde Messias is, en om God te geven wat Hem rechtmatig toekomt: hun volledige toewijding.

De religieuze leiders begrepen de gelijkenis, maar verdrietig genoeg wezen ze Jezus af. Daarbij negeerden ze de waarschuwing aan het einde van de gelijkenis waarin de eigenaar de afschuwelijke pachters vernietigde en de wijngaard aan nieuwe pachters overdroeg. Jezus is de verworpen steen, verworpen door degenen die Hij wilde redden, en toch is Hij de hoeksteen geworden!

Petrus citeerde deze woorden ook in Handelingen 4: 11-12 toen hij tot de Joodse religieuze leiders sprak: “Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is. En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden.”

Markus vertelt ons dat de religieuze leiders vertrokken om een aantal manieren te bedenken om Jezus gevangen te nemen. De rest van de passage laat hun pogingen zien om precies dat te doen. Eerst kwamen de Farizeeën en Herodianen om een verdeeldheid zaaiende vraag te stellen over belastingen, die bedoeld was om ‘Hem op Zijn eigen woorden te vangen’. De Farizeeën waren tegen de Romeinse overheersing, terwijl de Herodianen het Romeinse gezag steunden. Jezus antwoordde: “Geef aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.” Dit antwoord verbaasde hen, en ze hadden geen weerwoord. Opnieuw wilde Jezus met Zijn antwoord de leiders laten zien dat ze aan God hoorden te geven wat Hem rechtens toekomt.

Toen kwamen de rijke Sadduceeën. Zij waren verantwoordelijk voor de handel in de tempel en geloofden niet in de opstanding uit de dood (Handelingen 23: 8). Daarom stelden zij Jezus een vraag over de opstanding, in de hoop zo te kunnen aantonen dat de opstanding niet geloofwaardig was. Jezus wees hen op een gedeelte uit de Schrift waarin God Zichzelf aan Mozes voorstelde als de God van Abraham, Izak en van Jakob. Aangezien God een God van levenden is, zijn deze mannen dus ook levend. Hoe zou dat kunnen zonder opstanding? Jezus sprak de Sadduceeën aan op hun gebrek aan kennis van de Schrift en hun dwaalleer wat betreft Gods kracht in de opstanding. Opstaan betekent niet alleen voor eeuwig leven (hun inzicht was te beperkt), het betekent een totaal ander leven in de eeuwigheid!

Dit is ook onze uitdaging. We worden zomaar op een dwaalspoor gebracht als we niet de tijd nemen om God door de Bijbel te leren kennen. We worden ook uitgedaagd om na te denken over ons zicht op de eeuwigheid. Is onze kijk op de eeuwigheid met God te bekrompen?

De religieuze leiders hadden zich moeten verheugen over Jezus’ vervulling van Messiaanse profetieën. Sommigen werden volgelingen, maar velen wezen Jezus af en beraamden Zijn dood. Dat weerhield God er echter niet van om Hem te verheerlijken en de kerk te vestigen. “Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is,” (Efeziërs 2 : 19-20).

Wij, de kerk, worden op Christus gebouwd, Hij is onze hoeksteen. Maar we moeten ook oppassen voor de verleiding om in plaats van God, onszelf te dienen. Geven we aan God wat rechtmatig van Hem is? Als we vasthouden aan Christus als de enige weg naar het eeuwige leven met God, zullen sommigen Hem en ons als Zijn ambassadeurs afwijzen. Sommigen zullen zich echter bij ons voegen in Gods geweldige huisgezin – wat een blijde dag!

Leesplan week 5:

Uitdaging week 5:

Op welke manier was Jezus’ dood de vervulling van het Schriftgedeelte dat in Markus 12:10-11 wordt aangehaald? Geeft Psalm 118:22 je meer inzicht in de betekenis van dit vers? Zoek deze week in het evangelie volgens Markus naar andere profetieën die door Jezus vervuld zijn. (Hint: begin met Markus 1:2-3, 4:12, 11:9 en 12:36).

Weekvers week 5:

Gerelateerde bijbelstudies

Ontvang meldingen van nieuwe blogs

Meest recente